Welkom Peter Dijkstra

‘Koorzanger is een leuk beroep, zeker in het Groot Omroepkoor!’

Door Ben Heijnen

Wat fantastisch om jou per september 2018 als eerste gastdirigent te mogen verwelkomen!

Het voelt heel goed! Ik vind het erg leuk om een nauwere samenwerking aan te gaan met het GOK, voor drie à vier producties per seizoen. Instudering, a capella-concerten, en een symfonische koorproductie per seizoen.

Je bent al lang bij het Groot Omroepkoor betrokken…

In 2000 ben ik hier begonnen als assistent-dirigent, en heb toen van binnenuit het koor en ook vele mensen leren kennen. Ik heb toen een kijkje in de keuken gehad en heb veel kunnen leren van Martin Wright en Simon Halsey. Maar zeer zeker heb ik toen ook de veelzijdigheid van het ensemble leren kennen en waardering gekregen voor het GOK als instrument, voor wat het koor doet, voor hoe het dat doet.

Daarna is mijn carrière natuurlijk in een stroomversnelling gekomen, en ben ik vooral in het buitenland actief geweest, maar ik ben het koor niet helemaal uit het oog verloren, hoor. Mede doordat ik nu weer dichterbij woon, in Arnhem namelijk, is het gemakkelijker om regelmatig bij het GOK te zijn.

De afgelopen jaren was het ook niet mogelijk om producties te doen met het GOK omdat de planningen niet samenkwamen en de chef-dirigentschappen bij het Koor van de Beierse Omroep (2005-2016), het Zweeds Radiokoor (2007-2018) en het Nederlands Kamerkoor (sinds september 2015), een heel groot beslag legden op mijn agenda. Als de agenda’s van het Groot Omroepkoor en mij het toelaten, ben ik echter graag bereid om meer dan drie of vier producties te doen.

Hoe heb je je laatste productie met het GOK ervaren?

De Adams-productie (El Nino, december 2016, red.) vond ik fantastisch! Het was heel leuk om met het koor te werken, de motivatie was groot, er werd op een lekker positieve en behoorlijk snelle manier gewerkt. Die productie was voor mij ook wel echt aanleiding om meer én nauwer met het GOK samen te willen werken. Daarna zijn eigenlijk de gesprekken in gang gezet.

Wat zijn je doelen als eerste gastdirigent van het Groot Omroepkoor?

Ik kan geen chef-dirigent zijn van het GOK, omdat ik juist meer gastdirecties wil doen bij verschillende gezelschappen. Desondanks denk ik dat het zeker mogelijk is om heel gericht te werken aan een aantal dingen, waaraan ik veel waarde hecht: Koorklank, intonatie, en verscheidenheid in klank en expressie. De principes ‘samen musiceren’ en ‘verbeteren van het collectief’ zijn heel belangrijke doelen voor het koor, om ons nog beter als totaliteit te laten functioneren en om een breed repertoire neer te kunnen zetten. Ik wil dus ook echt verschillende soorten repertoire doen met het GOK.

Ik vind het ook leuk dat er af en toe een samenwerking plaatsvindt met het Nederlands Kamerkoor, en het verschil qua omvang en repertoire met het Nederlands Kamerkoor is voor mij sowieso interessant.

 

“Het Groot Omroepkoor is hét vocale ensemble voor het grotere repertoire, daar is het absoluut uniek in.”

 

Hoe zie je de rol van het GOK binnen de Nederlands muziekcultuur?

Het Groot Omroepkoor is hét vocale ensemble voor het grotere repertoire, daar is het absoluut uniek in. Ook heeft het GOK een heel duidelijk profiel, zowel in modern als in symfonisch repertoire.

Vind je het moeilijk om je koor na de instudering af te staan aan een andere dirigent?

Eigenlijk niet, tenzij je merkt dat iemand geen gevoel heeft voor het muziekwerk dat uitgevoerd wordt, dat hij geen benul heeft van wat een koor doet of alleen maar met het orkest bezig is. Dan is het wel moeilijk. Het kan wel eens lastig zijn als het stuk zich een kant uit beweegt waar je het niet mee eens bent, maar dan moet je uiteindelijk toch je plek kennen!

Over welke eigenschappen moet een koordirigent beschikken?

Een koordirigent moet goede oren hebben, en kennis van het vak van dirigent en van het instrument koor. In ieder geval moet hij een goed gevoel voor zang hebben en liefst zelf ook nog goed kunnen zingen. Mijn grote voorbeeld Eric Ericson kon zelf niet goed zingen, maar had wel een heel goed gevoel voor (koor)zang.

Verder moet je als koordirigent begrip hebben voor wat een zanger op dát moment nodig heeft, voor hoe je met stemmen om moet gaan, met name in een groter koor. Soms moet je tempo in de repetitie brengen of juist eruit halen, om de stemmen rust te gunnen of om de mensen aan te zwengelen als je voelt dat de juiste energie ontbreekt. Dat ‘Fingerspitzengefühl’ is denk ik heel belangrijk.

De veelzijdigheid en belezenheid die je als dirigent nodig hebt, trekt me heel erg, en ook de groepsprocessen en de groepspsychologie. Als dirigent heb je een leiderschapspositie waarbij er ruimte moet zijn voor dialoog, maar tegelijkertijd moet duidelijk zijn welke richting het op gaat. Als privé persoon gaat het natuurlijk meer op basis van gelijkwaardigheid, maar hartelijkheid en openheid laat ik als dirigent ook zien, de vreugde en passie voor hetgeen ik doe.

 

Als dirigent heb je echter geen echt vriendschappelijke relatie met je koor. De amicaliteit die er zeker wel is, berust op wederzijds respect. Met deze omgangsvorm, met dit contact, behaal je uiteindelijk resultaat! Ik vind het prettig om in repetities een open sfeer te creëren, zodat er ruimte is voor een grapje naast goede concentratie. Een koor moet niet alleen ‘doen wat de dirigent zegt’, het moet zich ook vrij kunnen voelen om zelf vanuit persoonlijkheid dingen toe te voegen. Daartoe is die open sfeer noodzakelijk. Per land verschilt de werkverhouding, er zijn wel degelijk cultuurverschillen. In Nederland is de structuur wat platter, in Zweden berust het ook meer op gelijkwaardigheid, maar in Duitsland is het meer top-down.

 

“Dat ‘Fingerspitzengefühl’ is denk ik heel belangrijk”

 

Wat maakt iemand een goede koorzanger?

Luisterend vermogen en de bereidwilligheid om samen te werken. Ook moet hij een stem hebben die flexibel genoeg is. Uiteraard heb je solistische stemmen en timbres nodig binnen een koor, maar ook die grotere stemmen moeten de flexibiliteit en de wil hebben om samen een mengklank te produceren.

Is koorzanger een zwaar beroep?

Ik denk vooral dat het een leuk beroep is, zeker in het Groot Omroepkoor! Juist omdat je niet zo individueel bezig bent als wanneer je solist bent. Ik ben zelf ook opgeleid als zanger en heb in het begin van mijn carrière dirigeren gecombineerd met zowel solowerk als koorwerk. De zekerheid die het GOK biedt als baan is een groot voorrecht voor haar leden.

Geluidsbelasting lijkt een steeds groter probleem te worden. Hoe kijk jij daar tegenaan?

Ik denk dat het belangrijk is om geluidsbelasting in koorverband direct in combinatie te zien met stembelasting. De neiging bestaat, zeker bij grotere koren, dat er behoorlijk stevig gezongen wordt. Daar heeft men zelf last van. Je hoort jezelf en anderen niet meer goed, hebt ook niet meer de juiste controle over het reguleren van de eigen stem. Dan bestaat het gevaar dat er rare dingen gedaan worden.

Er moet dus niet alleen met de stem, maar vooral ook met de oren gezongen worden! Het naar elkaar luisteren en mengen is uiteindelijk voor het totaalresultaat van het grootste belang. Ik ben van mening dat, als je een stemgroep van 20 grote, quasi solistisch zingende stemmen vergelijkt met een stemgroep van 20 kleinere, maar goed samenwerkende stemmen, uiteindelijk de focus en draagkracht van die samenwerkende groep veel groter is en het uiteindelijk klinkende resultaat veel beter. Ondanks het feit dus dat de optelsom van de individuele decibellen bij de eerste groep groter is.

Het zoeken naar samenwerking en binding, en eventueel het reduceren van de eigen toon binnen stemgroepen, zorgt ervoor dat een groep als koor beter kan functioneren. Het is van belang om naast een gezond forte ook te werken aan de piano-cultuur. Geluidsbelasting heeft ook te maken met hóe je muziek maakt, met wat voor soort koorklank je wil creëren.

Bij werken voor koor en orkest gaat het erom wat de tekst wil. Het orkest zou eigenlijk altijd het koor, de tekst, moeten volgen, en zou ook nooit luider moeten spelen dan het koor zingt. Mede voor de tekstverstaanbaarheid en de balans. Het orkest zou in dienst moeten staan van koor en tekst. Helaas is dit vooral bij oratoria vaak niet het geval.

Je hebt een heel druk leven. Hoe ga je daarmee om?

Enige drukte vind ik wel prettig, het motiveert me, het zorgt er bij mij ook voor dat ik in topconditie ben en goed werk af ga leveren. Wel vind ik het soms moeilijk om thuis, in aanwezigheid van mijn gezin, tijd in de voorbereidingen te moeten steken. Ik heb dan meer dan buitenshuis het gevoel dat zij de rekening betalen.

Ik ben een absoluut familiemens en ben principieel altijd thuis met de feestdagen (tenzij de Berliner Philharmoniker bellen…). We wonen in Arnhem, en nu ik weer vooral in Nederland werk, kan ik ook meer actief meekrijgen van het opgroeien van mijn vier kinderen. Maar je ontkomt er als dirigent niet aan om veel te moeten reizen!

En wat doe je graag als je thuis bent?

Ik bezoek graag musea met mijn vrouw of doe stedenreizen. Ik hou erg van zeilen, heb ook een vaarbewijs, en ik hou van koken. Ik kan bijvoorbeeld een fantastische risotto maken: champignon risotto. Het geheim van mijn risotto-recept? Vooral de tijd nemen om goed te roeren!!! Ik ga dus helaas niet voor het hele GOK koken, dan sta ik wel héél lang te roeren!

> Lees meer in: Peter Dijkstra eerste gastdirigent Groot Omroepkoor

 

Volg ons op social media