Klassiek backstage: in dialoog met muziek blijven
Yu-Ning Huang ontmoet Sergey Khachatryan
Door Ewa Maria Wagner
Veel jonge mensen in Nederland volgen gepassioneerd muzieklessen. Velen van hen dromen van een grote carrière op de grote podia in de wereld. Maar daarvoor moet je ergens beginnen. Het RFO geeft deze jonge mensen een kijkje achter de schermen. Wat betekent het om op het podium met een orkest te soleren? En hoe ziet het leven van een bekende musicus eruit? En wat is echt belangrijk om al op jonge leeftijd te weten?
Yu-Ning Huang is gefascineerd door de viool. Het avontuur begon toen hij in 2015, zeven jaar oud, een open dag bezocht bij muziekschool Globe – centrum voor kunst en cultuur in Hilversum. Al heel snel besloot hij voor viool te kiezen, misschien ook omdat zijn oudere broer toen al cello speelde. Wat boeit hem aan dit instrument? ‘Dat ik zo veel met mijn vingers kan doen en de klanken tot trieste of vrolijke muziek omzet,’ zegt hij in een adem. Nu, vier jaar later, vraagt hij zich af of hij musicus zal worden. Dat blijft een lastige keuze. Tijdens een vioolles in oktober 2018 vertelt zijn vioolleraar Inger van Vliet dat de bekende violist Sergey Khachatryan naar Hilversum komt om met het Radio Filharmonisch Orkest te repeteren voor een concert in de NTR ZaterdagMatinee in het Concertgebouw. Yu-Ning grijpt zijn kans en krijgt de gelegenheid hem te ontmoeten. Hij moest wel een paar maanden geduld hebben, maar vandaag is het zover. Op een middag in maart ontmoeten ze elkaar in het café van het Hilversumse Muziekcentrum van de Omroep. Precies op de dag van Yu-Nings elfde verjaardag.
Relatie
Het Radio Filharmonisch Orkest repeteert onder leiding van dirigent Stanislav Kochanovsky in hun eigen Studio 5 in het MCO. Naast de dirigent soleert Sergey Khachatryan, met de rug naar het publiek. Als Yu-Ning en zijn moeder de studio binnenkomen, kijkt hij op en glimlacht. Ze voelen zich welkom. Sergey begint aan het tweede deel van Sibelius’ Vioolconcert. Al tijdens de eerste maten verandert de sfeer in de studio. Yu-Ning bevriest op zijn stoel. Sergeys viool klinkt zacht en intens. De solist maar ook het orkest lijken kleuren in plaats van klanken te produceren. ‘Het is zo anders dan op YouTube-filmpjes’, merkt Yu-Ning op en schuift zijn bril hoger op zijn neus. ‘Ligt dat misschien ook aan uw viool?’ vraagt de jongen als ze een half uur later samen aan tafel in het muziekcafé bij de studio zitten.
‘Ken je de naam Guarneri?’ vraag Sergey. Yu-Ning schudt zijn hoofd, nee dus.
‘Het is wel gek dat ik op deze Del Gesù mag spelen.’
‘Waarom?’ vraagt Yu-Ning.
‘Een tijd geleden, in het jaar 2000, won ik de eerste prijs van de Internationale Jean Sibelius Competition in Helsinki. Als winnaar krijg je de beschikking over de beste instrumenten van de wereld. De sponsor is een Japanse muziekfundatie (Nippon Music Foundation). Ik mocht toen een Stradivarius bespelen. Volgens de spelregels moest ik hem na een jaar afstaan aan een nieuwe winnaar. Maar toen gebeurde er iets bijzonders. Ik kreeg een tweede kans en mocht een ander instrument kiezen. Het heeft wel een poos geduurd voordat ik voor deze Del Gesù gekozen heb. Een instrument spelen is als een relatie: je moet bij elkaar passen. Ik ben constant in dialoog met het instrument maar ik voel aan alles dat deze Guarneri’s del Gesù mijn taal spreekt.’
De geschiedenis van Sergeys viool wekt Yu-Nings belangstelling. Hij vindt het boeiend dat er nog zo veel te ontdekken valt in de muziekwereld, want hij houdt van verhalen. Vooral van Taiwaanse mythen vanwege zijn eigen afkomst maar ook van de Nederlandse geschiedenis. Hij leest veel en graag over oude tijden en gebeurtenissen.
Studeren
‘Hoeveel uren speel je per dag?’ wil Yu-Ning weten.
‘Normaal zeven tot acht uur per dag, zeker als ik een nieuw stuk aan het voorbereiden ben. Maar dat hangt heel erg van het programma af. Soms heb ik niet meer dan drie of vier uur nodig.’
‘Elke dag?’ vraagt de jongen en kijkt met grote ogen naar zijn moeder.
‘En jij?’ Sergey lacht.
‘Vijfenveertig minuten en soms half uurtje. Maar in het weekend ben ik lui, dan speel ik niet,’ zegt hij heel eerlijk. Sergey glimlacht opnieuw.
‘Toen ik zo oud was als jij, had ik ook moeite met studeren. Mijn beide ouders waren bekende pianisten in Armenië, mijn geboorteland. Mijn oudere zus speelde toen ook al piano. Dus besloten ze dat ik viool moest spelen. Maar ze hebben me nooit gedwongen om te studeren. De toonladders, etudes en zuiver spelen zijn in het begin erg saai, dat geef ik toe. Maar het is een basis, een fundament waarop je gaat bouwen. Daarna wordt alles alleen maar makkelijker en op gegeven moment ga je wel vanuit jezelf studeren.’
Dialoog
‘Wanneer wist je zeker dat je violist wilde worden?’
‘Dat wist ik niet, dat ben ik gewoon geworden. Ik voel me eigenlijk meer musicus dan violist. Dankzij mijn vader en zijn pianistische, globale visie, zie ik de viool als middel om mijzelf met muziek te verbinden. Dankzij mijn leraren: Grigorij Zjyslin en daarna Josef Rissin begrijp ik het instrument en perfectioneer ik nog steeds iedere dag mijn techniek. Maar het gaat uiteindelijk altijd om de muziek.’
‘Als je een nieuw muziekstuk krijgt, wat doe je dan? ’ Yu-Ning geeft het niet op.
‘Als eerste ga ik in dialoog met de compositie. Hoe? Ik kijk niet alleen naar het muziekblad maar lees ook over de componist en zijn tijd. Wat speelde er in zijn leven? Uit welk land komt hij? Waarom schreef hij het stuk? Snap je wat ik wil zeggen?’
‘Niet echt,’ zegt Yu-Ning.
‘Alleen spelen is niet genoeg. Om muziek te benaderen en door te geven ben je als solist verplicht de achtergronden te verkennen, naar de essentie van het stuk te zoeken. Eerst goed naar de noten kijken, naar de dynamiek, de beschrijvingen van de tempi. Daar praat de componist tegen je. Maar jij gaat het spelen, dus jouw interpretatie is belangrijk. Hoe meer je weet hoe beter je wordt. Als je het stuk slechts intuïtief gaat benaderen, alleen omdat jij het mooi vindt, ben je er nog niet. Soms is “zacht” nog zachter en “snel” misschien helemaal niet zo snel. Maar hoe kom je erachter? Kennis helpt je om de kern te vinden en het stuk in muziek te vertalen. Jouw muzikale hart doet de rest. Je begint zonder moeite te spelen, alles valt op zijn plek, alles wordt duidelijk voor je. Dan ben je verbonden, dan ben je in dialoog met de muziek.’
Auto’s
Yu-Ning vertelt dat hij twijfelt of hij in de toekomst voor de viool zal kiezen. Het liefst wil hij dokter worden. Waarom? Omdat het samenzijn en anderen helpen voor hem heel belangrijk zijn.
‘Als ik alleen ben, ben ik gauw boos, maar als ik met mensen samen ben, niet. Ook bij vioolspelen niet. Doe jij ook nog iets anders dan vioolspelen Sergey?’
‘Sinds ik zelf vader geworden ben, ik heb een zoontje van tien maanden, heb ik veel minder tijd voor iets anders. Maar ik heb wel een grote hobby: ik bouw auto’s, raceauto’s. Gewoon voor mijzelf, het interesseert me hoe ze in elkaar zitten. Als kind al kreeg ik Lego bouwpakketten voor auto’s van mijn ouders. Ik kon uren nadenken hoe iets in elkaar gezet moest worden. Dat vormde mijn karakter, ik ben van begrijpen en verbinden. Dat vertaal ik ook in de manier hoe ik muziek aanpak. Mijn vader is mijn mentor maar behalve muziek delen we ook een passie voor auto’s. Go-Karts, Formule 1, races – all that stuff.’
Verbonden
‘Luister je ook naar iets anders dan klassieke muziek?’ Yu-Ning blijft nieuwsgierig. Hij is op zoek naar de mens achter zijn idool. Raak. Sergey moet goed nadenken.
‘Tja… Hip-Hop en vooral Rap, daar heb ik vroeger veel naar geluisterd. Zeker op jouw leeftijd. Nu luister ik toch veel meer naar verschillende interpretaties van stukken die ik zelf speel. Maar voor muziek, ongeacht welke, is het belangrijk dat hij goed uitgevoerd wordt. Het doet de mens goed met muziek in contact te blijven. Ook als je ooit dokter of wetenschapper of nog heel iets anders wordt. Muziek verandert jouw gedachten en laat je je beter ontwikkelen – het maakt niet uit hoe jong of hoe oud je bent. Daar geloof ik echt in. Ook zal je je nooit eenzaam voelen als je blijft luisteren.’
‘Ik speel nu een vioolconcert van Vivaldi. Ik vind het heel leuke muziek om te spelen. Heb jij lievelingscomponisten?’
‘Goede vraag. Ik denk zeker in eerste instantie aan Sibelius. Maar Sjostakovitsj vind ik genialer als het om de vertolking van menselijke emoties gaat. De beklemming en angst in zijn manier van componeren zijn heel duidelijk, ze kruipen onder je huid. Hij schreef in mijn ogen een document over wat dictatuur met de mensen doet. Als ik zijn muziek speel, lijd ik met hem samen. Maar bij Beethoven ga ik naar een andere dimensie. Zijn muziek stijgt boven alle emoties uit. Hemels of goddelijk, ik weet het niet te benoemen. Maar hij raakt een spirituele snaar bij me. Hij is aanwezig in sferen waar andere mensen niet snel komen. Nou ja, zoiets.’
Dan valt er even een stilte. Sergey en Yu-Ning kijken elkaar aan. Ze komen uit twee verschillende werelden, landen en culturen: Armenië en Taiwan. Maar omdat ze over muziek praten, lijkt het alsof ze uit hetzelfde land komen.
‘Grappig,’ Sergey zoekt naar woorden, ‘ik besef ineens dat ik geen vernieuwer ben. Ik geloof ook niet in radicale veranderingen. Alles is al in onszelf aanwezig, je moet het alleen willen vinden of uitzoeken. Als je dokter wil worden, dan zit het waarschijnlijk al in je. Maar het is goed dat je met vioolspelen bezig bent, ook deze ervaring gaat ooit bijdragen wat voor mens je wordt als volwassene. Ineens moet ik aan mijn eigen zoontje denken. Mijn vrouw en ik merken nu al hoe snel zich het karakter van onze zoon manifesteert. Uiteindelijk volgt iedereen zijn eigen weg. Jij koos al heel snel voor de viool. Dat zegt wel iets. Blijf in dialoog met muziek Yu-Ning, blijf verbonden, dan kom je er zeker achter wat je echt wil in het leven.’