In Memoriam Bernard Haitink
In 1954 nam een jonge violist deel aan de NRU-dirigentencursus. Zijn naam was Bernard Haitink. Op advies van gastdocent Ferdinand Leitner speelde de jonge Haitink een jaar als leerling-violist in het Radio Filharmonisch Orkest om een jaar later opnieuw aan de cursus deel te nemen. Met succes dit keer, want Haitink werd aangenomen als assistent dirigent in algemene dienst bij de NRU en mocht het Omroeporkest, het Radio Kamerorkest en het Metropole Orkest dirigeren.
Vanwege het overlijden van chef-dirigent Paul van Kempen in 1955 kreeg Haitink ook de kans het RFO te dirigeren. En na zijn eerste optredens met dit orkest, o.a. tijdens het Holland Festival van 1956, werd Haitink per 1 januari 1957 tot nieuwe chef-dirigent van het orkest benoemd.
‘Ik werd in het diepe gegooid en moest me maar zien te redden,’ zou Haitink later over deze periode zeggen.
Eerste Sacre du printemps
Onder Haitinks leiding trad het Radio Filharmonisch Orkest steeds vaker op in het openbaar. Zo nam het deel aan de Scheveningse Kurhausconcerten en gaf het regelmatig concerten op de landelijke podia, waardoor het orkest meer in aanraking kwam met een ‘echt’ publiek.
Tijdens het Holland Festival in 1959 voerde het Radio Filharmonisch Orkest voor het eerst Le sacre du printemps van Stravinsky uit, een uitvoering die zijn relatie met het orkest enorm versterkte, liet Haitink later weten. ‘Het orkest had de Sacre nooit gespeeld, dus namen we de tijd en repeteerden twee weken. We hadden maar liefst vier omroepverenigingen bereid gevonden om het stuk in hun programmering op te nemen, zodat we de Sacre in totaal vijf keer konden uitvoeren. Dat was een zeldzame kans. Een hoge functionaris van de NRU zei: “Dat moet Haitink niet doen. Daar moeten we een dirigent als Lorin Maazel voor hebben.” Het werk kwam mij toch toe en ik bereidde het heel intensief voor. Ik kon niet terugvallen op de ervaring van het orkest en mijn eigen ervaring telde ook niet, want ik had het stuk nooit gedirigeerd. Tijdens de eerste repetitie liet ik zien dat ik goed voorbereid was en met name het concert in Het Concertgebouw werd een groot succes.’
De grens over
In het seizoen 1959-1960 traden het RFO en het Groot Omroepkoor voor het eerst op buiten de landgrenzen. In Antwerpen werden de Koorfantasie en de Negende symfonie van Beethoven uitgevoerd. In 1960 reisde het orkest af naar Viersen (Duitsland) met de Negende symfonie van Bruckner. Over die repertoirekeuze zou Haitink later zeggen: ‘Hoe ik er met mijn onervarenheid toe kwam om juist dat werk te dirigeren, is een merkwaardige zaak. Ik vond de partituur helemaal niet zo moeilijk. Als een jonge dirigent dat nu zegt, vind ik dat een doodzonde. Toch onderschatte ik die muziek beslist niet. Ik voelde me er merkwaardig genoeg meteen in thuis.’ In 1960 en 1961 volgden meer tournees: naar Italië, Zwitserland en Duitsland. Tijdens de eerste buitenlandse tournee naar Italië, in 1960, werden de steden Rome, Milaan, Turijn en Bari aangedaan. Alles ging per trein, wat betekende dat de orkestleden bij hun terugkeer in Hilversum, ruim 6000 km tussen de rails hadden gezeten.
Afscheid Haitink
Doordat Haitink een groot aantal concerten met het Radio Filharmonisch Orkest gaf, leerde hij in korte tijd een belangrijk deel van het grote symfonische repertoire kennen. Naast het moderne en onbekende repertoire, dat de omroeporkesten regelmatig speelden, nam Haitink met zijn orkest onder meer zes symfonieën van Bruckner, drie van Mahler en Stravinsky’s Le sacre du printemps op. Deze repertoirekennis kwam goed van pas toen Haitink in 1961 de twee jaar eerder plotseling overleden Eduard van Beinum opvolgde als chef-dirigent van het Concertgebouworkest.
Uit: De kracht van bevlogen samenspel. 75 jaar Radio Filharmonisch Orkest. Tekst: Inge Jongerman.
Haitink kwam nog vaak terug bij het Radio Filharmonisch Orkest. Hij dirigeerde tussen 1965 en 2019 18 concerten in de NTR ZaterdagMatinee, waarvan een zevental met het Radio Filharmonisch Orkest.
In 2010, na de aangekondigde bezuinigingen door kabinet Rutte I waarbij de omroepensembles zouden worden afgeschaft, sprong Haitink voor de Hilversumse musici op de bres via een ingezonden brief in het NRC. Tevens werkte hij mee aan het uitbrengen van een speciale cd om de kwaliteit van het Nederlandse muziekleven en de omroepensembles te onderstrepen. In 2011 werden de bezuinigingen gedeeltelijk herroepen en konden het Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor blijven bestaan. Eind 2012 werd Haitink beschermheer van he Radio Filharmonisch Orkest.
In 2017 kregen het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor de Concertgebouw Prijs toegekend. Bij die gelegenheid sprak Bernard Haitink de laudatio uit.
Goedenavond geacht publiek, dames en heren en vrienden van Het Concertgebouw,
Deze zaal heeft mijn muzikale leven getekend, de eerste maal dat ik hier binnen kwam was met mijn ouders, schrikt u niet, dat was in 1937. Mengelberg dirigeerde de Pathétique, maar het enige wat ik mij nog kan herinneren was een kleine gedrongen man met een onverzettelijke kop. Mijn vioolleraar zat bij de tweede violen en dat was voor mij een start van een met muziek gevuld leven.
Het was in de zomer van 1945, er bestond nog geen tv en gekluisterd aan de radio hoorde ik de allereerste uitvoeringen van een nieuw geformeerd orkest en wel het Radio Filharmonisch Orkest. Eerst een programma met Franse muziek en daarna enige weken verder de Eerste symfonie van Mahler. Albert van Raalte was de dirigent en als chef-dirigent de wachter van het eerste uur dus. Hoe grillig het culturele leven soms kan zijn, moge wel blijken uit de omstandigheid dat ik mij zeven jaar geleden gedwongen voelde een klemmend beroep te doen om het besluit tot afschaffing van het Muziekcentrum van de Omroep ongedaan te maken. Ik leef in de illusie dat er toen gedeeltelijk gehoor aan is gegeven, maar het bleef toch een ongehoorde kaalslag.
Het Radio Filharmonisch en het Groot Omroepkoor hebben in de tussentijd geleerd met overtuiging te overleven, dat heeft hen artistiek krachtig en weerbaar gemaakt, met grote flexibiliteit inzake repertoire. Waar de bestaande orkesten voortdurend moeten balanceren tussen hun eigen artistieke afwegingen en de harde commerciële kunstwereld hebben koor en orkest van de Omroep veel lacunes van het juist ook eigentijdse repertoire opgevuld.
Het orkest en het koor hebben één geschiedenis, na de bezettingstijd opgericht, veroordeeld tot alleen studiowerk werd er in en vanaf de jaren vijftig meer en meer in de openheid gemusiceerd. Als dirigent van het RFO tussen 1957 en 1961 heb ik deze ontwikkeling meegemaakt, onder andere mijn debuut in Amsterdam met Het Concertgebouworkest was met medewerking van het Groot Omroepkoor. Wat het heden betreft staat de ‘Matinee op de Zaterdag’ hoog aangeschreven, en het orkest en koor zijn onlosmakelijk verbonden met Het Concertgebouw.
Zo’n langjarig huwelijk is geen sinecure, en het verlenen van de prijs bevestigt hoe groot de culturele waarde van deze ensembles is. Musici van de Omroep, uit de grond van mijn hart wens ik jullie geluk met De Concertgebouw Prijs! En ik wil deze Laudatio daarom afsluiten, ook uit de grond van mijn hart, met een klemmend verzoek aan al diegenen die het aangaat: koester deze twee ensembles en blijf er met je handen van af!
Bernard Haitink
Op 15 juni 2019 was Bernard Haitink voor het laatst met het Radio Filharmonisch Orkest te gast in de NTR ZaterdagMatinee. Hij dirigeerde enkele liederen van Richard Strauss gezongen door Camilla Tilling, en de Zevende symfonie van Bruckner. U kunt die uitzending hier terugkijken en hier de reacties uit de pers lezen.
Wij zijn Haitink zeer dankbaar voor de talloze diepe muzikale ervaringen die hij ons gegeven heeft en de wijze waarop hij zich telkens sterk maakte voor de omroepensembles. We wensen zijn familie en naasten veel sterkte met dit verlies. We gaan hem missen.
Rust zacht, prachtig musicus.
Musici en staf van het Groot Omroepkoor en Radio Filharmonisch Orkest
foto: Simon van Boxtel
Bekijk hier de programmering op NPO Radio 4 en televisie i.v.m. het overlijden van Bernard Haitink